085 – 536 00 00 info@ictivate.com

JovianDSS- update 24 zijn een reeks functionaliteiten en verbeteringen toegevoegd die opslagbeheer en -onderhoud veiliger, intuïtiever en flexibeler maken:

  • Extra, op Poolactiviteit gebaseerde Cluster Split-Brain Prevention-functie

Een nieuwe functionaliteit die uw cluster beschermt tegen een split-brain-situatie. Open-E JovianDSS had al een split-brain-beveiliging op netwerkniveau; nu biedt de software ook een Poolactiviteit Split-Brain Prevention-functie met een speciaal Separated Mode- mechanisme voor de hoogste gegevensveiligheid.

  • UEFI-ondersteuning voor opstartmodi

Er zijn twee hoofdtypen opstartbesturingssystemen op moederborden: BIOS en UEFI. Tot nu toe ondersteunde Open-E JovianDSS alleen het BIOS, maar omdat deze benadering al begint te worden beschouwd als “legacy”, biedt de software nu ook ondersteuning voor UEFI.

  • Microsemi Adaptec SmartHBA en SmartRAID-stuurprogramma (smartpqi, v1.1.2-125)

Ondersteuning voor de nieuwste lijn opslagcontrollers van Microsemi Adaptec, de SmartRAID en SmartHBA.

  • SMB DOS-attributen optie op GUI (standaard uitgeschakeld voor snel browsen van grote mappen)

Deze functie is een optie om “DOS-attributen” (Samba) in / uit te schakelen. Hiermee wordt ondersteuning voor bepaalde bestandskenmerken in Samba in- of uitgeschakeld. Het hoofddoel van het toevoegen van deze functie was het feit dat terwijl deze is ingeschakeld, alle mappen met grote aantallen bestanden zeer traag worden weergegeven. Nu wordt deze standaard uitgeschakeld en kunt u deze indien nodig op elk gewenst moment inschakelen.

  • Ondersteuning op afstand en automatisch opnieuw verbinden na een onderbroken of verloren verbinding

Deze functie maakt zelf opnieuw verbinding met de Remote Support-server van Open-E na toevallig verlies van verbinding (bijv. Tijdelijk gebrek aan internetverbinding), wat betekent dat het niet meer nodig is handmatig verbinding te maken met Remote Support.

  • NIC-reorder functionaliteit

Met deze functionaliteit kunt u een specifieke fysieke Ethernet-interface toewijzen aan een specifieke eth- naam, zodat de namen van de poorten niet automatisch worden gewijzigd na het opnieuw opstarten, bijvoorbeeld eth0> eth5, eth1> eth6 enzovoort. Nu kunt u dit handmatig corrigeren.